Youth Food Movement in Salland!

Ga jij ook voor gezond, eerlijk en puur eten? Doe dan mee met de Youth Food Movement in Salland. Die is er namelijk nog niet! 

Youth Food Movement

verenigt jonge consumenten, chefs, boeren, producenten, studenten en beleidsmakers. De Youth Food Movement is de jonge en snelle club voortgekomen uit het internationale Slow Food. Ze organiseren onder andere de Damn Food Waste en het Food Film Festival.

We zoeken jongeren in Salland met een passie voor echt eten, die met ons willen samenwerken aan een good, clean & fair voedselsyteem, hier in de buurt. YFM staat voor het delen van kennis, actie voeren maar vooral ook samen genieten van geweldig lekker en goed eten. Doe je mee? De Ulebelt wil jongeren ondersteunen bij het opzetten van allerlei mooie en spannende acties rondom echt eten. We komen op maandag 29 september bij elkaar, met jongeren die mee willen doen, samen met Slow Food IJsselvallei en YFM Nederland, voor een echte Eat-In. Neem iets te eten mee, liefst wat je zelf gemaakt hebt. We gaan samen eten, en vervolgens bespreken wat we in Salland samen zouden kunnen, wat daarvoor nodig is en wat iedereen daarin te bieden heeft. Tijdstip: van 18.00 tot 21.00 uur.

Geef je op, via twitter naar @EstellaFranssen of mail e.franssen@ulebelt.nl of kom naar het festival Echt Eten van hier & nu, op zondag 21 september.

 

Hieronder een artikel van Joris Lohman, mede-oprichter van YFM en inmiddels directeur van Slow Food Youth Network.

De échte prijs van goedkoop voedsel

Er is iets fundamenteel mis met de prijs van voedsel. Onlangs laaide de discussie over fair trade weer op. Volgens een onderzoek van ontwikkelingsorganisatie Solidaridad gaan er slechts enkele centen van de prijs van een pak keurmerkkoffie naar de boeren. Dat cacao- en chocoladeboeren ver van ons bed gedwongen zijn om hun producten zo goedkoop mogelijk te leveren voor de wereldmarkt is geen nieuws. Maar hoe zit het met eerlijke handel in ons eigen land?

Van alle betrokkenen in de weg die ons eten aflegt van boer naar bord, houdt de boer het minste over: van elke euro die de consument afrekent in de supermarkt, gaat slechts een paar cent naar de boer. De rest wordt verdeeld tussen supermarkt, inkoper, distributeur en verpakker.

In de afgelopen 50 jaar hebben we met succes voedsel zo goedkoop mogelijk gemaakt. Onze welvaart is gebouwd op goedkoop voedsel: nu we niet langer het grootste deel van ons inkomen hoeven te besteden aan de eerste levensbehoefte voedsel, hebben we meer geld over om andere dingen te kopen. Daarmee houden we de economie draaiend. In Nederland geven we slechts 12% van ons inkomen uit aan voedsel. De landbouw- en visserij heeft als missie zoveel mogelijk te produceren, voor een zo laag mogelijke prijs. Dat heeft tot gevolg dat een paar centen verhoogde kostprijs het verschil betekent tussen het hoofd boven water houden en ten onder gaan. Want: de prijzen in de supermarkt moeten zo laag mogelijk blijven. De consument is altijd op zoek naar de goedkoopste producten.

Een kilo kippenbouten voor 2,99 in de supermarkt: het lijkt te mooi om waar te zijn. Dat is het dan ook. Om een kip op te laten groeien, moet de boer eerst een bevrucht eitje kopen. Dat moet je uitbroeden, met gebruik van warmte en energie. Het kippetje moet eten: krachtvoer dat elders verbouwd wordt: een boer die een stuk land bewerkt, heeft arbeidskosten, kosten aan uitgangsmateriaal, irrigatie, kunstmest, gewasbescherming. In zo’n kort mogelijke tijd wordt de kip opgefokt, waarna het transport, de slachter, de verpakker en de distributeur ook nog wat moeten verdienen. De supermarktprijs wordt kunstmatig laag gehouden door Europese subsidies, maar: subsidies moeten worden opgehoest door dezelfde belastingbetaler die denkt mazzel te hebben met een kiloknaller in zijn mandje.

De overige kosten zijn voor rekening van het milieu, dieren en toekomstige generaties. Op het verlies van biodiversiteit (zowel in de tropische bossen die geruimd worden voor de productie van veevoer als dichter bij huis), verschraling van de bodem, en het leegscheppen van fosfaatmijnen is geen prijskaartje te plakken. Toch zal ook deze rekening vroeg of laat voldaan moeten worden.
Als we blijven doen alsof voedsel geen prijs heeft, nemen we uiteindelijk onszelf in de maling. Milieuvervuiling, problemen met dierenwelzijn, hoog oplopende zorgkosten: het zijn allemaal symptomen van een voedselsysteem waarin de toekenning van prijs en waarde totaal verkeerd zit.

De discussie over het voeden van de wereld in 2050 is zinloos als gewoon voedsel produceren economisch niet uit kan. Voor jonge boeren is het erg moeilijk een bedrijf te starten of over te nemen, met als gevolg dat slechts 4% van alle boeren in Nederland jonger dan 35 jaar is. Om de wereld te kunnen voeden moet er zowel ecologisch als economisch duurzaam geproduceerd worden. Daarvoor is het essentieel dat de waarde die wordt toegekend aan het voedsel recht doet aan de werkelijke kosten, niet alleen ver van ons bed, maar ook dicht bij huis.

‘De werkelijke prijs van voedsel’ was het onderwerp van een conferentie die plaats vond in Londen afgelopen december. Bekijk hier powerpoints en video’s van verschillende sprekers.

YFM met slak